Schulman b.v.
Auction 362 20-21 Mar 2020
View prices realized
► Sale information
Find similar lots
Medals
HISTORIEPENNIGEN - HISTORICAL MEDALS - PRINSES ANNA, DOUARIÈRE VAN ORANJE, BENOEMD TOT GOUVERNANTE EN VOOGDES (VAN WILLEM V) / ANNE, PRINCESS OF ORANGE APPOINTED REGENT OF HOLLAND (1752), by door N. v. Swinderen. Of landdagpenning. Op last van de gevolmachtigden van het kwartier der Friese steden geslagen. Borstbeeld naar rechts. Kz. gekroonde wapenschilden van Nassau en Groot–Brittannië omhangen met de Orde van de Kouseband waaromheen de wapens van de 11 stemhebbende Friese steden verbonden met de vrijheidshoedwapens. VvL. 307; OP. 822; Med. Ill. II 665.373. Vanaf het eind van de zestiende eeuw tot het eind van de achttiende eeuw kwamen de Staten van Friesland bijeen in de 'Friese landdag'. Deze was samengesteld uit afgevaardigden van de elf steden en de drie 'kwartieren' Oostergo, Westergo en Zevenwouden. De genoemde steden vormden met elkaar het vierde kwartier. De drie plattelandsdistricten waren onderverdeeld in een dertigtal kleinere deelgebieden, de zogenaamde grietenijen. Iedere grietenij en elke stad zond 2 vertegenwoordigers naar de vergadering van de Staten. Men had hier echter slechts één stem, zodat men eerst onderling tot overeenstemming diende te komen. Vervolgens werd per kwartier een meerderheidsstandpunt bepaald, waarna de landdag besliste 'per meerderheid van kwartieren'. *Een door de Staten aangenomen resolutie uit 1692 vormde het besluit tot het slaan van gouden penningen die, zoals Van Loon later noteerde, 'men gewoon is bij 't vergaderen der Staaten des Lands onder der zelven uit te delen'. De Vries Jerz. introduceerde voor voornoemde penningen de begrippen 'steden- of landdagpenning'. Er werd besloten om jaarlijks 26 gouden penningen te laten slaan. Voor elk van de beide afgevaardigden die de elf steden naar de Statenvergadering hadden afgezonden, voor de 3 leden van de steden die zitting hadden in het college van Gedeputeerde Staten en één exemplaar voor de secretaris van de stadhouder. Daarnaast werd er een zevenentwintigste exemplaar vervaardigd, namelijk een exemplaar op dubbel gewicht voor de stadhouder zelf. *De vergadering, die uiteraard in Leeuwarden plaatsvond, werd formeel voorgezeten door de stadhouder. Onze taal heeft aan voornoemde besluitvormingsprocedure, die in praktijk bekend stond als traag en stroperig, de uitdrukking 'op zijn elfendertigst' overgehouden. *Hoewel er dus redelijk aanzienlijke aantallen gouden 'landdagpenningen' zijn vervaardigd, is er in verhouding slechts een gering aantal exemplaren overgeleverd. Het lot van de meeste gouden penningen is toch, dat zij in de loop der tijd door omsmelting verloren gaan. In het jaarboek Oranje-Nassau 2014 heeft dhr. George Sanders een inventarisatie opgenomen van de exemplaren die in de literatuur, de musea en op de verschillende veilingen traceerbaar waren. *Alle gouden landdagpenningen zijn in het huidige tijdsbestek zeldzaam tot uiterst zeldzaam te noemen. In het bijzonder geldt dit voor exemplaren in hoge kwaliteit, waarvan de meeste stukken zich inmiddels in museale collecties bevinden.AU 36.6 mm. 26.94 g. RR. Miniem randtikje, overigens een subliem exemplaar net nog deels gematteerde hogere delen Prachtig/Prachtig +
HISTORIEPENNIGEN - HISTORICAL MEDALS - PRINSES ANNA, DOUARIÈRE VAN ORANJE, BENOEMD TOT GOUVERNANTE EN VOOGDES (VAN WILLEM V) / ANNE, PRINCESS OF ORANGE APPOINTED REGENT OF HOLLAND (1752), by door N. v. Swinderen. Of landdagpenning. Op last van de gevolmachtigden van het kwartier der Friese steden geslagen. Borstbeeld naar rechts. Kz. gekroonde wapenschilden van Nassau en Groot–Brittannië omhangen met de Orde van de Kouseband waaromheen de wapens van de 11 stemhebbende Friese steden verbonden met de vrijheidshoedwapens. VvL. 307; OP. 822; Med. Ill. II 665.373. Vanaf het eind van de zestiende eeuw tot het eind van de achttiende eeuw kwamen de Staten van Friesland bijeen in de 'Friese landdag'. Deze was samengesteld uit afgevaardigden van de elf steden en de drie 'kwartieren' Oostergo, Westergo en Zevenwouden. De genoemde steden vormden met elkaar het vierde kwartier. De drie plattelandsdistricten waren onderverdeeld in een dertigtal kleinere deelgebieden, de zogenaamde grietenijen. Iedere grietenij en elke stad zond 2 vertegenwoordigers naar de vergadering van de Staten. Men had hier echter slechts één stem, zodat men eerst onderling tot overeenstemming diende te komen. Vervolgens werd per kwartier een meerderheidsstandpunt bepaald, waarna de landdag besliste 'per meerderheid van kwartieren'. *Een door de Staten aangenomen resolutie uit 1692 vormde het besluit tot het slaan van gouden penningen die, zoals Van Loon later noteerde, 'men gewoon is bij 't vergaderen der Staaten des Lands onder der zelven uit te delen'. De Vries Jerz. introduceerde voor voornoemde penningen de begrippen 'steden- of landdagpenning'. Er werd besloten om jaarlijks 26 gouden penningen te laten slaan. Voor elk van de beide afgevaardigden die de elf steden naar de Statenvergadering hadden afgezonden, voor de 3 leden van de steden die zitting hadden in het college van Gedeputeerde Staten en één exemplaar voor de secretaris van de stadhouder. Daarnaast werd er een zevenentwintigste exemplaar vervaardigd, namelijk een exemplaar op dubbel gewicht voor de stadhouder zelf. *De vergadering, die uiteraard in Leeuwarden plaatsvond, werd formeel voorgezeten door de stadhouder. Onze taal heeft aan voornoemde besluitvormingsprocedure, die in praktijk bekend stond als traag en stroperig, de uitdrukking 'op zijn elfendertigst' overgehouden. *Hoewel er dus redelijk aanzienlijke aantallen gouden 'landdagpenningen' zijn vervaardigd, is er in verhouding slechts een gering aantal exemplaren overgeleverd. Het lot van de meeste gouden penningen is toch, dat zij in de loop der tijd door omsmelting verloren gaan. In het jaarboek Oranje-Nassau 2014 heeft dhr. George Sanders een inventarisatie opgenomen van de exemplaren die in de literatuur, de musea en op de verschillende veilingen traceerbaar waren. *Alle gouden landdagpenningen zijn in het huidige tijdsbestek zeldzaam tot uiterst zeldzaam te noemen. In het bijzonder geldt dit voor exemplaren in hoge kwaliteit, waarvan de meeste stukken zich inmiddels in museale collecties bevinden.AU 36.6 mm. 26.94 g. RR. Miniem randtikje, overigens een subliem exemplaar net nog deels gematteerde hogere delen Prachtig/Prachtig +