VLAANDEREN, Graafschap, Gwijde van Dampierre (1280-1305), AR sterling, ca. 1297-1299, Damme. Vz/ + G COMES FLANDIE Hoofd v.v. Kz/ SIG-NVM- CRV-CIS Lang kruis met in de hoeken twaalf bolletjes. Gaill. 155 var.; Mayhew 19; Martiny 7-DA/1. 1,42g Zeer zeldzaam Mooie patina.
Zeer Fraai
Very Fine
De activiteiten van een munthuis te Damme zijn bewezen door een tekst die door Gaillard werd gepubliceerd (p. 130 en bewijsstuk XII). Volgens dit document, gedateerd op 3 september 1299, was er een onderzoek verricht tegen de baljuw Jan van den Steen (Jehan de la Pierre). Deze tekst vermeldt verder dat de sterlingen die te Damme waren geslagen van een zo slecht gehalte waren dat de wisselaars ze weigerden te aanvaarden, zij het tegen de helft van hun theoretische waarde. Deze sterlingen zijn nooit teruggevonden, maar volgens Mayhew zou het hier kunnen gaan om de sterlingen met op de keerzijde SIGNVM CRVCIS (Mayhew 19-22, p. 34). - L'activité de l'atelier de Damme est attestée par un texte publié par Gaillard (p. 130 et pièce justificative XII). D'après ce document en date du 3 septembre 1299, une enquête avait été menée contre le bailli de Damme Jean van den Steen (Jehan de le Pierre). Le texte précise que les esterlins frappés à Damme étaient de si mauvaise qualité que les changeurs refusaient de les accepter sinon à la moitié de leur valeur théorique. Ces esterlins n'ont pas été retrouvés. D'après Mayhew, il pourrait s'agir des esterlins au revers SIGNVM CRVCIS (Mayhew 19-22, p. 34).