Watch List notes:

FAMILIEPENNINGEN - ALGEMENE HUWELIJKSPENNING. z.j (17e eeuw) Symbolische voorstelling van het geestelijk huwelijk. ✶Settet mij gelijck een en ∫egel op uwe herte ende gelijck een en ∫egel op uwe arme want de liefde is ∫terck gelijck de doot en de yuer is vast gelijck de helle Cantica 8*6*. Kz. huwelijksinzegening in een kerk. ✶huys en de goet erven de ouders maer een vernuftich wijf comt van den heere pro 12 een vrint comt totten anderen in der noot maer de man ende wijf veel meer, ecl. 41.TMP 1909 Pl. IV.8; Fred. Dutch Silver Pl. 47.163.Een vergelijkbaar stuk, op naam gesteld van Jacques de Schot en Johanna Haeck, is te dateren, namelijk 1638. Het verschijnsel 'huwelijkspenning' neemt een aanvang in 1596, als er voor het eerst een zilveren gegraveerde penning wordt vervaardigd ter ere van het huwelijk van Hessel van Hermane met Anna van Lyauckema. Dit stuk bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden en een ander exemplaar is ons bekend vanuit een particuliere collectie. Vanaf de eerste helft van de zeventiende eeuw verschijnen er zogenaamde 'Algemene Huwelijkspenningen', die eventueel op naam van het bruidspaar gesteld konden worden. Er verschijnen hiervan diverse uitvoeringen, vaak in zilver uitgevoerd en soms met een vergulde buitenring. Er wordt al gedurende vele tientallen jaren gespeculeerd over de maker van deze zogenaamde 'Algemene Huwelijkspenning'. De voornoemde 'diverse uitvoeringen' zijn duidelijk afkomstig van een en dezelfde maker. Slechts een enkel stuk is gesigneerd en wel met de initialen AB. Aan de hand van enkele te dateren objecten weten we dat deze meester in Amsterdam gewerkt heeft, in elk geval in de periode 1611 tot en met 1635. Dit betekent dat het werk is ontstaan in een periode waaruit ons de naam van de Amsterdamse meester Abraham van den Hecken is overgeleverd. Het lastige is, dat in de Amsterdamse archieven deze naam vreemd genoeg niet bekend is. Gezien de overeenkomsten in stijl is echter toch de conclusie gerechtvaardigd dat Abraham van den Hecken en de kunstenaar met het signatuur AB een en dezelfde persoon zouden kunnen zijn. Om het geheel nog iets verwarrender te maken, moet gesteld worden dat uit deze periode ook de naam van een A. Breynaert als 'meester' is overgeleverd. Dat een kunstenaar signeert met de eerste twee letters van zijn voornaam, is echter in de zeventiende eeuw geen ongebruikelijk verschijnsel, zeker gezien het feit dat het begrip 'achternaam' voor de Napoleontische tijd een heel andere inhoud en betekenis had dan in onze moderne tijd. Een meer gedegen onderzoek halverwege de vorige eeuw toonde wel enkele kleine stijlverschillen aan tussen het werk van Van den Hecken en 'meester AB'. Het werk van Van den Hecken kenmerkt zich door een iets fijnere stijl en een wat andere uitwerking van enkele specifieke details, zoals bijvoorbeeld de wolkenpartijen. De composities, de belettering en het gebruik van bepaalde groepen van personen zijn zaken die echter weer getuigen van een grote overeenkomst in stijl. Een en ander resulteerde in de conclusie dat er in elk geval een nauwe verwantschap geweest moet zijn tussen Van den Hecken en 'AB'. Het verschijnsel 'huwelijkspenning' vond alleen een beperkte ingang in de meer vermogende kringen van de zeventiende eeuw. Slechts weinig exemplaren uit deze periode zijn overgeleverd c.q. op de markt verschenen.AR gegoten en simili gegraveerd 60.8 mm. 22.83 g. RR Zeer fraai +