NumisBids
  
Jean Elsen & ses Fils
Auction 122  13 September 2014
View prices realized

Lot 688

Estimate: 7500 EUR
Price realized: 6000 EUR
Find similar lots
Share this lot: Share by Email
VLAANDEREN, Graafschap, Gwijde van Dampierre (1280-1305), AR halve groot met de adelaar, ca. 1298-1300, Damme. Droit : G[..] CO[M]- FLAND- MAR[CH]- NAMV[C] Tweekoppige adelaar in een vierpas. Revers : + [MO]NE-TA VIL-LE DE- DAM Klaverbladvormig kruis met in de hoeken D-A-M-M. Ref.: Gaill., -; RBN (1928), p. 108 (dit exemplaar). 1,83g. Afkomstig uit de verzameling Brunin, veiling Dupriez, Brussel, 8 november 1928, 1291 (lot van 52 st.) en uit onze veiling 87, 11 maart 2006, 691. Van de grootste zeldzaamheid. Barst in de muntplaat. Slechts twee gekende exemplaren.
bijna Zeer Fraai
a. VF

Deze halve groot met de adelaar is het enige gekende stuk voor Damme, maar de aktiviteiten van een munthuis aldaar waren bewezen door een tekst die door Gaillard werd gepubliceerd (p. 130 en bewijsstuk XII). Volgens dit document, gedateerd op 3 september 1299, was er een onderzoek verricht tegen de baljuw Jan van den Steen (Jehan de la Pierre). Deze tekst vermeldt verder dat de sterlingen die te Damme waren geslagen van zo een slecht gehalte waren dat de wisselaars ze weigerden te aanvaarden, zij het tegen de helft van hun theoretische waarde. Deze sterlingen zijn nooit teruggevonden, maar volgens Mayhew zou het hier kunnen gaan om de sterlingen met op de keerzijde SIGNVM CRVCIS (Mayhew 20-22, p. 34, zie het exemplaar hierboven). De halve groot van Damme stamt zeker uit dezelfde tijd als die van Ieper, geslagen in 1298-1300 (Gaill. 153), waarvan hij de legenden getrouw nabootst. Dit exemplaar werd gepubliceerd door P. van der Vrecken, Un double tiers de gros frappé à Damme par Guy de Dampierre, in RBN 80 (1928), p. 108-109. Het tweede gekende exemplaar werd gepubliceerd door E. Schutyser, De muntomloop in Vlaanderen, Oostkamp, 2002, p. 25, nr. 52. - Ce demi-gros à l'aigle est la seule monnaie connue de l'atelier de Damme. L'activité de cet atelier est attestée par un texte publié par Gaillard (p. 130 et pièce justificative XII). D'après ce document en date du 3 septembre 1299, une enquête avait été menée contre le bailli de Damme Jean van den Steen (Jehan de la Pierre). Le texte précise que les esterlins frappés à Damme étaient de si mauvaise qualité que les changeurs refusaient de les accepter sinon à la moitié de leur valeur théorique. Ces esterlins n'ont pas été retrouvés. D'après Mayhew, il pourrait s'agir des esterlins au revers SIGNVM CRVCIS (Mayhew 20-22, p. 34, voir l'exemplaire proposé ci-dessus). Le demi-gros de Damme est certainement contemporain de celui d'Ypres, frappé en 1298-1300 (Gaill. 153), dont il copie fidèlement les légendes. Cet exemplaire fut publié par P. Van der Vrecken, Un double tiers de gros frappé à Damme par Guy de Dampierre, dans RBN 80 (1928), p. 108-109. Le second exemplaire connu fut publié par E. Schutyser, De muntomloop in Vlaanderen, Oostkamp, 2002, p. 25, n 52.

Afkomstig uit de verzameling Brunin, veiling Dupriez, Brussel, 8 november 1928, 1291 (lot van 52 st.) en uit onze veiling 87, 11 maart 2006, 691.
Question about this auction? Contact Jean Elsen & ses Fils